Het is zondagochtend wanneer ik voor de zoveelste keer het vliegtuig in stap richting India. Het land waar ik mijn dromen wil voltooien. Althans, een deel daarvan. Het doel met The Soul of India waar ik nog steeds weloverwogen mee bezig ben maar wat duidelijk niet iets is wat me zomaar komt aanwaaien. Vraag mezelf wel eens af of de vele tegenslagen die gekoppeld zijn aan dit moeilijke levenspad, het uiteindelijk allemaal waard zullen zijn. Voelt het soms alsof ik wordt getest op mijn mentale veerkracht en weerbaarheid. Zolang ik geloof in het goede wat The Soul of India kan voortbrengen, is opgeven geen optie en dus ben ik vandaag onderweg naar Munchen. Een plaats in zuid Duitsland waar ik een tussenstop van zeven uur zal maken alvorens door te vliegen richting Delhi. Ik zag er een beetje tegenop maar de vele Bayerse bezoekers maken de wachttijd op deze luchthaven aangenamer dan verwacht. Zittend in een van de restaurants zie ik met grote regelmaat literglazen gevuld met bier achter de balie vandaan komen. Het is me al snel duidelijk dat in de deelstaat Bayern, waar Munchen gelegen is en welke bekend staat om zijn Bayerse bierfeesten, het vooral om de hoeveelheid gaat. Het goudgele vocht genuttigd wordt bij iedere bedenkbare maaltijd zoals de Fransen de wijn rijkelijk laten vloeien.
Het is vermakelijk om te zien hoe ook vrouwen geen enkele moeite hebben om de kolossale glazen leeg te hijsen. Je mag dan na een paar van die glazen wel iets beter slapen tijdens de verdere reis, ik besluit me in te houden. Zit de rest van de reis namelijk liever rustig achterover in mijn stoel dan een abbonnement te hebben op het toilet tussen de wolken. En de reis verloopt rustig. Mede omdat mijn buurman niet zo spraakzaam is en ik zoveel mogelijk probeer te slapen. Verlaat om 7.15 de aankomsthal en voel de koelte van de ochtend op mijn gezicht wanneer ik op zoek ga naar een taxi. Aangezien de opvallende geel-zwarte taxi’s in een lange rij staan opgesteld, onmogelijk om deze mis te lopen. Als een van de chauffeurs me wenkt, gehuld met dikke sjaal en wollen muts, besef ik dat het winter is terwijl de 8 graden geen onaangename temperatuur is. Eenmaal onderweg naar het centrum raken we al snel verstrikt in de drukke ochtendspits. Zie dat de ooit duidelijk zichtbare witte lijnen op het wegdek grotendeels zijn weggesleten doordat men elke centimeter asfalt wil gebruiken en rijstroken hier alleen als wegdekversiering fungeren. Zeker in geval van drukte wanneer ieder gaatje wordt gevuld door de een of andere weggebruiker. Als het verkeer vast staat, staat het ook daadwerkelijk vast. In het tegemoetkomende verkeer hetzelfde beeld. Zie een ambulance met laaiende sirene staan, schreeuwend naar ruimte om verder te kunnen. Veel helpt het niet. De tekst op de zijkant “Every second count” spreekt voor zich maar voorlopig zit er niets anders op dan zich te laten meevoeren met de onophoudelijke stroom auto’s.
Hoop wel dat degene waarvoor hij onderweg is, voldoende seconden heeft om het voorval te overleven. Wij bereiken uiteindelijk de Main Bazar in de wijk Paharganj waar het Hara Rama guesthouse te vinden is. Had eerder al een kamer geboekt en dus zit ik niet veel later in kamer 308 op de derde verdieping. Veel stelt het niet voor maar wat kun je ook voor 4,5 euro verwachten. Er staat een bed en er is warm water. Meer is er niet nodig. Er hangt nog wel een oud tv-tje in een beugel in de hoek maar de bedradingen maken me duidelijk dat hij niet echt van plan is te functioneren. Ondanks dat ik niet veel geslapen heb tijdens de reis voel ik me nog aardig fit. Besluit daarom meteen op pad te gaan om m’n bereikbaarheid veilig te stellen. De opkomende zon maakt de wandeling naar Connaught Place aangenaam en probeer me een voorstelling te maken van de problemen die zich dit keer kunnen voordoen bij het verwerken van de formulieren die nodig zijn voordat je kunt deelnemen aan het Indiase communicatienetwerk. Bereid me voor op een lange ochtend maar niets van dat. Sta vol ongeloof binnen een half uur buiten met alle nodige middelen. Efficiëntie of puur geluk? Ik gooi het op het laatste omdat de chaos alweer voelbaar was toen ik het pand verliet. Verder geen verplichtingen vandaag. Bereid me voor op de dagen die komen gaan. De international handicraft beurs in Noida en voornaamste reden dat ik hier in India ben.
Terug in de Main Bazar bezoek ik mijn vertrouwde adressen. Drink er chai in het Grand Sindhi restaurant en bekijk de tafarelen op straat. Het voelt alsof ik hier niet weg ben geweest. Tegen de avond begint zoals ik verwachte de vermoeiheid toch parten te spelen en maak me op voor een lange nacht. Morgen zal ik mijn energie hard nodig hebben.
Zoals tijdens iedere beurs loop ik in de vroege ochtend naar het Metropolitan hotel vanwaar een bus naar het beursgebouw vertrekt. Waren er enkele jaren geleden nog meerdere bussen die hier vandaan vertrokken, vandaag slechts een exemplaar. Ik verwacht daarom wat extra drukte maar ben tezamen met Clare uit Nieuw Zeeland en Mr. Hiramatsu uit Japan de enige passagier. Het kenmerkt de internationale interesse om deze beurs te bezoeken op dit moment en zegt alles over de economische situatie wereldwijd. Voor mij is deze beurs een goede manier om relaties te verstevigen. Ontmoet er de mensen waarmee ik in India samenwerk zoals Soham uit Jodhpur, Sunil uit Jaipur en Kunal uit Delhi. Mensen waarmee ik al jaren in contact ben en die van grote waarde zijn om zaken hier van de grond te krijgen. Natuurlijk loop ik over de beurs op zoek naar de laatste trends en ontwikkelingen maar het leggen van contacten op welk vlak dan ook is belangrijker. Zoals het gesprek met Mr. Yadav van FTFI (Fair Trade Forum India) met wie ik na lange tijd weer eens een afspraak heb in de business lounge van het beursgebouw. Kreeg zoveel positieve informatie via facebook binnen dat ik grote positieve ontwikkelingen had verwacht. Het gaat echter moeizamer dan verwacht. Eigenlijk wat ik al jaren voorspelde. Het koppelen van Fair Trade organisaties en hun producten aan de internationele markt blijkt nog steeds een moeilijke zaak.
Ondanks dat er vanuit de overheid veel geld wordt gestopt in projecten om deze producenten te ondersteunen, de resultaten zijn onvoldoende omdat men alleen tot op zekere hoogte begeleiding krijgt maar vervolgens aan hun lot worden overgelaten. Het is ongelofelijk hoeveel geld er hier wordt verspilt. Dit wordt ook duidelijk onderstreept wanneer we onderweg naar de beurs een mega groot bouwwerk passeren. Geheel opgetrokken uit zandsteen. Omringt door prachtige olifanten uit hetzelfde materiaal, indrukwekkend om te zien. Jaren zijn ze er mee bezig geweest maar nu het af is zie ik geen enkel teken van leven. Bij navraag blijkt dit een project te zijn van een van de politieke leiders die inmiddels is afgetreden vanwege corruptieschandalen. Het is de regel dat wanneer men hier een project opzet, de overheid grote hoeveelheden geld toebedeeld aan de oprichters ter beloning van het initiatief. Zo ook in dit geval. Puur uit zelfverrijking is dit immense gebouw neergezet. Nutteloos staat het nu langs de snelweg. Als gevangene achter de grote stalen toegangspoorten die de mensen buiten houden. Miljoenen, vele miljoenen zijn hier weggevloeid. Van deze regel wordt op ieder niveau misbruik gemaakt. Starten mensen projecten met de bedoeling om mensen te helpen maar helaas ook om hun eigen leven eenvoudig te verrijken. Het gaat er niet om wat je kunt maar om wie je kent. Een gouden stelregel die zeker hier in India van toepassing is.
Terug in de Main Bazar voel ik me toch het meest op mijn gemak. De eenvoud van de mensen die er hun waar verkopen in een van de bekendste marktstraten van Delhi. Daar waar de reizigers een goedkoop onderkomen vinden en de levendigheid de sfeer bepaald. De koeienstront die het wegdek opkleurd, de geur van de Indiase keuken, wierook en de muziek die her en der de straten vult. Het maakt India tot wat het is.
Bij een van de Chai-restaurantjes ontmoet ik Dave uit Schotland. Een man van middelbare leeftijd die al vele jaren door deze streken reist. De mooie verhalen over zijn vele reizen, zijn zelfspot en aanstekelijke lach, ik hoor het lachend aan. Aan het einde van de beursdagen zijn dit momenten van ontspanning. Even een tijdje niet zelf hoeven praten en genieten van alles wat er om me heen gebeurd. Tot grote verbazing weet ik het tv-tje op mijn kamer ook nog aan de praat te krijgen en schakel net tijdig een sportkanaal in om nog net Bob de Jong, Sven Kramer en Jorrit Bergsma de 10000 meter op de olympische spelen te zien afleggen. Het is in India namelijk 4,5 uur later dan in Nederland. De afloop is inmiddels bekend. Hoe mooier kun je een dag afsluiten.
De beursperiode zit er bijna op. Heb vandaag alleen nog een gesprek met Jyoti uit Delhi. Een jonge vrouw en dochter van een vooraanstaand persoon uit de betere kringen van de overheid. Ze wil graag samenwerken met me en heeft een belangrijke accountant meegenomen. Iemand die zaken beheerd van mensen uit ministeries en die betrokken worden bij nieuwe projecten. In de business lounge bespreken we alles door en wacht ik verder af wat er met al deze informatie wordt gedaan. Grote investeerders zouden zeer welkom zijn maar houd me er verder niet teveel mee bezig. “Inchallah”, zoals ze dat hier zeggen. “Als God het wil”, en zo is het. Zit om 17.00 uur weer in de bus terug en bereid me voor op het volgende doel, Jodhpur. Hier zal ik Soham weer opzoeken. Hij was mede naar de beurs gekomen om The Soul of India te promoten met de folder die ik vooraf in India heb laten drukken, maar is inmiddels terug in Jodhpur.
Vanavond om 21.15 vertrek ik met de Mandor Express. Op tijd ga ik richting naar het New Delhi treinstation welke eenvoudig te bereiken is met de metro. Vanwege de veiligheid wordt iedereen en alles gecontroleerd zoals op een luchthaven gebruikelijk is, alleen gebeurd het hier minder scherp. Meestal dus snel verder. Nu echter ziet de agent achter het beeldscherm van het röntgenapparaat de fles wijn die in mijn koffer verstopt zit. Te midden van een dringende rij mensen wordt ik verzocht de fles er uit te halen omdat dit in de metro verboden is. Probeer me er uit te lullen maar heb net met de meest correcte Indiase agent te maken. Enigszins geirriteerd maak ik mijn koffer open, pak de fles wijn en zet deze voor de agent neer. “Zo, die is voor je vrouw”, zeg ik erbij. Ik moet hem echter mee naar buiten nemen. Aangezien ik niet van plan ben het hele circus weer te gaan doormaken zet ik de fles in een hoek, sluit mijn koffer en net wanneer ik verder wil krijg ik een seintje van zijn collega. “Pak hem maar weer in, het is goed zo”, krijg ik te horen. Het had wel wat makkelijker gekund, maar toch bedankt. Op het station komt net de Mandor Express met blazende hoorn langs perron 3 het station binnenrijden en vind ik mijn plek in wagon S3, slaapbank nummer 60. In de open coupe zit een man met zijn zoon waarmee ik al snel in contact ben. Een arts uit een plaats 220 km verwijderd van Jodhpur. Samen met een van zijn zoon’s, elf jaar oud, heeft hij Delhi bezocht. Puur als uitje om hem iets van India te laten zien.
Het is een interessant gesprek. Het grote probleem in India dat ziektes zoals polio en malaria nog steeds veel voorkomen komt voornamelijk door de factoren armoede, geen scholing en het niet bewust zijn van klachten. Mensen lopen dus niet zo snel bij een dokter binnen en is ook de reden dat in India iedere arts gemiddeld tussen de acht en tienduizend patienten heeft terwijl dat in Westerse landen rond de vijftienhonderd ligt. Een gevolg van ons uitgebreidde zorgstelsel en de reden dat mensen al vrij snel in de wachtkamer van een huisarts zitten. Niet al te laat worden de slaapbanken in gereedheid gebracht en maken we ons op voor een koele nacht. Uit voorzorg heb ik mijn slaapzak meegenomen. Geen overbodige luxe om me toch enigszins te wapenen tegen de koude wind die door de kieren naar binnen glipt. Ik slaap waarempel nog redelijk ondanks de geur van zweetvoeten die in de coupe hangt en zelfs niet door de koele bries kan worden verdrongen. Een uur later dan verwacht komen we aan in Jodhpur en stap na een lange treinreis rond 9.00 uur het Anil Sunrise guesthouse binnen. Betrek er een simpel onderkomen met alleen een bed maar met prachtige houten luiken die de raamopeningen afsluiten naar de straat. Tot mijn verbazing staat Soham bij de receptie om me welkom te heten. We praten wel even maar gaan vandaag ieder ons eigen weg. Op het dakterras van het guesthouse zit verscholen achter zijn krant de Belg die ik hier vorig jaar ook ben tegengekomen. Ondertussen gepensioneerd en nu voor drie weken in India om bij zijn voormalige Indiase vriendin geld los te krijgen nadat hij haar een aardige hoeveelheid geld had geleend voor haar guesthouse. Nee, hij had het allemaal liever anders gezien maar moet nog een poosje blijven bedelen om zijn zaken rechtvaardig afgehandeld te krijgen. Ik wens hem succes. Ga richting de markt en geniet van de ontspannen sfeer in deze stad. Groet de mensen waar ik al zoveel jaren contact mee heb en wacht op de dag van morgen.
Wanneer ik Soham probeer te bellen krijg ik Priscilla aan de lijn. Een jonge vrouw die Soham in dienst heeft genomen om de communicatie te bevorderen. Het Engels van Soham laat namelijk soms te wensen over. Ze zegt dat ze onderweg zijn maar dat hij nu even niet aan de telefoon kan komen omdat hij moet opletten. Hij is onderweg met zijn auto die hij het afgelopen jaar gekocht heeft maar waar hij nog nooit in heeft gereden omdat hij nog geen rijbewijs bezit. Nu blijkbaar dus wel. Achter het stuur zie ik echter niet Soham zitten maar zijn broer. Soham durft blijkbaar nog niet in het drukke centrum te rijden. Hij vertelt me dat hij lessen volgt via internet maar in de praktijk nog weinig ervaring heeft. Het rijbewijs zelf kun je via de juiste kanalen voor 1000 rupees (12,50 euro) in bezit krijgen. Vooralsnog rijden we nu met een stuk zwarte tape op het voorraam in de vorm van de letter L, als teken dat de eigenaar een beginner is. Ik vind het allemaal wel prima totdat zijn broer de auto net buiten het centrum aan de kant zet, uitstapt en naar huis loopt. Of ik misschien verder wil rijden, vraagt Soham met een lachend gezicht. Druk, links rijden, Engels model en zoveel onverwachte bewegingen. Nu mag ik graag autorijden maar geef de eer aan onze debutant zelf in de veronderstelling dat hij toch wel enige kilometers heeft afgelegd. Nou, daar kom ik al snel achter. Bijna versteent zit hij achter het stuur, zijn neus bijna tegen het voorraam gedrukt en na 300 meter nog steeds in z’n eerste versnelling. Priscilla en ik houden onze tenen krom. Nee, dit gaat hem niet worden. Besluit toch zelf maar te rijden omdat ik niet zo aan m’n einde wil komen. Het zijn mijn eerste ervaringen als chauffeur in het Indiase verkeer. En….dag een hebben we overleefd. Er is een textielfabrikant bezocht en zijn vervolgens naar een hotel gereden waar we een hele partij bedspreien op een van de kamers hebben gefotografeerd.
Veel werk is er verricht als we in het begin van de avond weer richting het centrum rijden. Zet de auto ver buiten de drukte langs de weg en zal de laatste kilometers terug lopen. Soham moet het nu toch echt zelf gaan doen. Zeg hem zijn stoel goed te zetten en gordel vast te maken. Spiegels zitten er niet op dus daar hoeft hij zich geen zorgen om te maken. Wens hem en Priscilla een goeie reis en zie ze even later met slakkengang vertrekken. Het is zondagavond, veel drukte op straat en zoek daarom een koffieshop op waar ik even ongestoord dingen kan opschrijven. Wanneer ik rond 22.30 het grote marktplein oversteek is het verlaten. Slechts een enkele koe die eet van het groentenafval dat hier en daar op straat is gegooid. Wat kan stilte toch mooi zijn. Ik zit nog even in de raamopening van mijn kamer en geniet van de rust die beneden op straat heerst. De fles wijn heeft inmiddels bijna zijn bodem bereikt. Het was een waardevolle week waarin ontzettend veel is gebeurd. Laat het een goed vervolg geven. Jullie lezen het…..
Groetjes Eugen
No Comments